Stikstofbeleid ook verstikkend voor foodindustrie

Column Laurens Sloot (FoodPersonality - april 2022)

Maar weinigen hadden door dat de Raad van State uitspraak van 29 mei 2019 een enorme spaak in het wiel zou worden van de Nederlandse economie. Op het eerste gezicht was de uitspraak van de RvS heel nobel: de weinige natuur die we nog hebben in Nederland, mag niet verder achteruit gaan. Praktisch gevolg: overal waar een Natura2000-gebied is – en we hebben er als ‘Parkland Holland’ naar liefst 162 gedeponeerd in Brussel – mag er alleen nog maar gebouwd worden als dit aantoonbaar geen negatieve gevolgen heeft voor deze natuur.

Kortom, er mag geen microgram reactieve stikstof (NOx, NH4) meer bijkomen. Één hondendrolletje per hectare is eigenlijk al te veel, want Nederland heeft zichzelf ook nog eens de strengste normen van de EU opgelegd. Zelfs zo streng dat als Nederland vanaf heden stopt met alle economische activiteiten, er nog te veel stikstof vanuit het buitenland ons kikkerlandje binnenwaait.

“Eén hondendrolletje per hectare is eigenlijk al te veel.”

Door dit ultrastrenge beleid mogen er alleen nog maar vergunningen worden afgegeven voor bouw- en uitbreidingsprojecten als er eerst andere stikstofemitterende activiteiten worden afgebouwd. En aangezien de veeteelt relatief veel ammoniak uitstoot, kijkt het kabinet met name of veeteelt in de omgeving van Natura2000-gebieden uitgekocht kan worden. Een gebiedsgerichte aanpak heet zoiets. Niet om de natuur te beschermen, maar om vergunningsruimte te bemachtigen voor zaken als infrastructuur, woonwijken en industrie. Het kabinet heeft maar liefst € 25 miljard gereserveerd voor dit karwei.

Maar hoe verstandig is dit nu eigenlijk? Want voedsel moet als eerste levensbehoefte nu eenmaal geproduceerd worden. En als de primaire productie in Nederland door uitkoop wordt afgeschaald, dan verplaatst zich dit via het ‘spill over’-effect naar het buitenland. ‘Hoe schiet de natuur daar in brede zin dan mee op?’, vraagt een rationeel denkend mens zich dan af. Of lijden we inmiddels aan een vorm van ‘eco-nationalisme’: onze natuur is belangrijker dan de natuur elders?

Daarnaast moeten we ook de effecten op onze voedselverwerkende industrie niet onderschatten. Als de melk- en vleesproductie in Nederland met bijvoorbeeld 30% wordt afgebouwd, dan heeft dit grote gevolgen voor de gehele keten. Bedrijven als Vion en FrieslandCampina zullen hun investeringen in Nederland sterk terugschroeven, er zal minder personeel nodig zijn, minder veeartsen en ook de voerbedrijven zullen moeten afschalen. Deze de-intensivering klinkt natuurlijk mooi, maar als je weet dat de wereldbevolking nog van 7,8 naar zo’n 10 miljard mensen gaat groeien in 2050 en de vleesconsumptie naar verwachting wereldwijd komende 20 jaar verdubbelt, dan spant Nederland het paard achter de wagen.

“We moeten ook de effecten op onze voedselverwerkende industrie niet onderschatten.”

Waar is dan wel behoefte aan? In mijn ogen moet er juist ingezet worden op innovatie om de schadelijke gevolgen van de landbouw verder terug te dringen. Dit kan bijvoorbeeld met ‘crispr-cas’-technologie, precisielandbouw, voer met bepaalde enzymen en geavanceerde stalsystemen. Innovaties op dit gebied kunnen bovendien uitgerold worden naar het buitenland, waardoor ook daar de landbouwproductie minder schadelijk wordt.

Verder pleit ik voor een systeem van true cost pricing, waarbij een prijs betaald wordt met een dekking van de maatschappelijke schade. Hierdoor zal vlees wat duurder worden en dit remt de consumptie iets. Kortom, het door het putje gooien van € 25 miljard aan uitkoop van boeren in tijden dat de voedselzekerheid al onder druk staat, is gewoon ‘dom beleid’ dat het probleem alleen verschuift in plaats van oplost.

Foto: 123RF

Meer EFMI Columns:

Op de hoogte blijven van de laatste insights?

Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter:

EFMI Business School is in 1997 opgericht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Geleidelijk is het EFMI uitgegroeid tot toonaangevend academisch kennisinstituut in de Nederlandse levensmiddelensector. Het EFMI biedt diverse opleidingen aan voor senior managers uit de food sector, waaronder de Executive MBA die in samenwerking met de Business School van de Rijksuniversiteit Groningen wordt aangeboden. EFMI Business School houdt kantoor in de Oranjerie van Kasteel Groeneveld te Baarn. Ook de EFMI-opleidingen vinden plaats op deze mooie, centraal gelegen locatie met een rijke historie.