Internationaal inkopen heeft ook een keerzijde

Column Marcel van Aalst (FoodPersonality - juli 2024)

Door de toenemende margedruk en de wetenschap dat circa 70% van de netto-retailomzet voor rekening komt van de ‘kostprijs verkopen’, wordt het voor retailers steeds belangrijker om scherp te onderhandelen met leveranciers. Een manier om dat te doen, is om aan te sluiten bij een internationale retailalliantie. Na de toetreding van Jumbo tot Epic Partners en Everest in het najaar van 2023 zijn alle Nederlandse supermarktorganisaties aangesloten bij een of meer allianties.

Overall kunnen we stellen dat internationale retailallianties hun leden betere inkoopcondities verschaffen. In een recente studie van EFMI-collega Nikki Numan en ondergetekende schatten leveranciers in dat de inkoopprijs bij internationale inkoop gemiddeld 2% lager ligt dan bij de nationale inkooploketten. Voor de retailer betekent dat onder aan de streep een margeverbetering van circa 1,5 procentpunt.

Bijkomend voordeel van de internationale samenwerking is dat je als individuele retailer toegang krijgt tot leveranciers, assortimenten en marktinzichten uit andere landen, zonder dat het lidmaatschap van een retailalliantie grote risico’s en investeringen met zich meebrengt. En als de samenwerking niet bevalt, kun je als retailer altijd weer van alliantie switchen.

Aansluiting bij een internationale retailalliantie brengt voor een individuele retailer echter ook flinke, niet altijd kwantificeerbare inefficiënties met zich mee. Zo kan het gebeuren dat jij als Nederlandse retailer al lang en breed overeenstemming hebt bereikt met een leverancier, maar dat een Franse of Duitse collega-retailer op ramkoers ligt met de betreffende leverancier. Door het ‘een voor allen en allen voor een’-principe moet jij als Nederlandse retailer vervolgens in de wachtkamer plaatsnemen.

‘25% van de shoppers wijst bij een boycot de retailer als ‘hoofdschuldige’ aan’

Het zal duidelijk zijn dat de motivatie van de leverancier om in de tussenliggende periode samen met jou in Nederland mooie categorymanagementplannetjes op te tuigen er niet groter op wordt. Komt de internationale retailalliantie door de Franse of Duitse invloeden niet tot overeenstemming met de leverancier, dan kan dat uiteindelijk ook in Nederland resulteren in een merk- of productboycot en lege schappen. Dat levert niet alleen gemiste inkomsten en mogelijk klantenverlies op, maar leidt ook tot een imagoverslechtering. Uit een recente EFMI-shopperstudie blijkt namelijk dat 25% van de shoppers de retailer bij een boycot als ‘hoofdschuldige’ aanwijst (nog eens 50% vindt de retailer medeschuldig). Is er wél sprake van een deal met de leverancier, dan komt het niet zelden voor dat de details van de gemaakte afspraken niet goed of onvolledig worden gecommuniceerd naar de aangesloten retailers, met allerlei inefficiënties tot gevolg.

Aansluiting bij een internationale retailalliantie kent voor individuele retailers dus niet louter voordelen, maar heeft ook een keerzijde. Het is dan ook de vraag hoe groot de meerwaarde van die internationale retailsamenwerking per saldo écht is.

>>> Lees meer over de EFMI-studie naar Internationale retailallianties

Meer EFMI Columns:

Op de hoogte blijven van de laatste insights?
Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter:

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.

EFMI Business School is in 1997 opgericht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Geleidelijk is het EFMI uitgegroeid tot toonaangevend academisch kennisinstituut in de Nederlandse levensmiddelensector. Het EFMI biedt diverse opleidingen aan voor senior managers uit de food sector, waaronder de Executive MBA die in samenwerking met de Business School van de Rijksuniversiteit Groningen wordt aangeboden. EFMI Business School houdt kantoor in de Oranjerie van Kasteel Groeneveld te Baarn. Ook de EFMI-opleidingen vinden plaats op deze mooie, centraal gelegen locatie met een rijke historie.