De échte pijn in de portemonnee

Column Marcel van Aalst (FoodPersonality - december 2022)

Na twee jaren waarin covid ons dagelijkse leven domineerde, leek 2022 een jaar van rust en herstel te worden. Helaas pakte dat door de oorlog in Oekraïne, naar recordhoogte stijgende gas- en energietarieven en flink oplopende voedselprijzen compleet anders uit. Door de genoemde ontwikkelingen en het ruime monetaire beleid van de ECB brak de Nederlandse inflatie in juli 2022 voor het eerst sinds 1975 door de grens van 10% heen, om uiteindelijk in september zijn (hopelijk) voorlopige piek van maar liefst 14,5% te bereiken. Hoewel het meest actuele inflatiecijfer van 9,9% in de maand november gelukkig alweer een stuk lager ligt, zal duidelijk zijn dat die geldontwaarding niet fijn is voor de huishoudknip. Maar hoeveel pijn doet het nu écht?

Om die vraag te beantwoorden werpen we allereerst een kritische blik op de belangrijkste aanjager van de inflatie: de prijzen van gas en energie, samen goed voor ruim een derde deel van de actuele inflatie van 9,9%. Het zal u niet zijn ontgaan, dat elk huishouden in de maanden november en december € 190 als tegemoetkoming in de energie- en gasrekening ontvangt. Bij de berekening van de inflatie wordt die tegemoetkoming echter als inkomenssteun beschouwd en daarom niet meegerekend. Zou dat wel gebeuren (wat vanaf januari 2023 wel het geval zal zijn bij het prijsplafond), dan zou de werkelijke inflatie op dit moment ruim 3½ procentpunten lager zijn. Daarbovenop moeten we nóg een correctie toepassen. Het CBS baseert zich in zijn inflatieberekening op de actuele gas- en energieprijzen. Dat een aanzienlijk deel van de huishoudens via langetermijncontracten nog steeds ‘profiteert’ van oude (voordeliger) gas- en energietarieven, blijft op die manier dus onterecht buiten de inflatiecijfers. Het CBS rekende onlangs zélf voor dat dat in augustus (toen de inflatie 12% bedroeg) tot een overschatting van de inflatie met maar liefst 2½ tot 4½ procentpunt heeft geleid!

We zien daarnaast dat huishoudens niet op de compensatieplannen van de D66-ministers Kaag en Jetten hebben gewacht, maar proactief aan het bezuinigen zijn geslagen. Zo is de verwarming in veel huishoudens 1 of 2 graden lager gezet en wordt er kritischer boodschappen gedaan. Bewijs voor dat laatste is snel gevonden. Uit analyses van prijs- en promotiespecialist Superscanner blijkt dat de prijzen van A-merken en huismerken in week 43 van 2022 gemiddeld genomen respectievelijk 12% en 13% hoger waren dan exact een jaar geleden. IRI rapporteerde onlangs dat de prijzen van de daadwerkelijk gekochte voeding en dranken (inclusief vers) in periode 11 met bijna 9% zijn gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Dat de werkelijk door shoppers betaalde prijzen (de bijna 9% van IRI) minder hard zijn gestegen dan het absolute prijsniveau (de 12 tot 13% van Superscanner) wordt veroorzaakt doordat er vaker boodschappen wordt gedaan bij voordeliger supermarkten, er vaker huismerken worden gekocht in plaats van A-merken, enzovoort. Zouden we het CBS-inflatiecijfer ook voor dit zogeheten downtrading-effect corrigeren, dan scheelt dat nog ruim een ½ procentpunt.

Kortom, de échte inflatie ligt momenteel een flink stuk lager dan de door het CBS gerapporteerde 9,9%. Om misverstanden te voorkomen, ik realiseer me donders goed dat mijn redenering hierboven volledig gebaseerd is op gemiddelden en dat een groeiende groep Nederlandse huishoudens de eindjes echt niet meer aan elkaar kan knopen. Het klakkeloos overnemen van de CBS-inflatiecijfers zet echter ongewenste ontwikkelingen in gang. Zo worden looneisen van 10 tot 15%, in de nog altijd krappe arbeidsmarkt, momenteel zonder noemenswaardig verzet ingewilligd. Ik gun elke werknemer in Nederland het allerbeste, maar onbedoeld blijft de inflatie daardoor nog een flinke periode kunstmatig hoog. Die hogere prijzen zorgen vervolgens weer voor aanvullende looneisen, enzovoort. Er kan zo een loon-prijsspiraal ontstaan die we ons wellicht nog kunnen herinneren uit de economieboeken, maar die de meesten van ons in de praktijk nog nooit hebben meegemaakt. Tot nu.

Foto: 123RF

Meer EFMI Columns:

Op de hoogte blijven van de laatste insights?
Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter:

EFMI Business School is in 1997 opgericht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Geleidelijk is het EFMI uitgegroeid tot toonaangevend academisch kennisinstituut in de Nederlandse levensmiddelensector. Het EFMI biedt diverse opleidingen aan voor senior managers uit de food sector, waaronder de Executive MBA die in samenwerking met de Business School van de Rijksuniversiteit Groningen wordt aangeboden. EFMI Business School houdt kantoor in de Oranjerie van Kasteel Groeneveld te Baarn. Ook de EFMI-opleidingen vinden plaats op deze mooie, centraal gelegen locatie met een rijke historie.