(Stik)stokdoof voor innovatie

Column Marcel van Aalst (FoodPersonality - september 2022)

In 1972 voorspelde de Club van Rome in het rapport ‘Grenzen aan de groei’ dat onze snelgroeiende wereldeconomie en -bevolking nog vóór het jaar 2000 desastreuze gevolgen zouden hebben voor de voedselproductie, grondstoffenvoorraad en afvalberg. Hoewel die voorspelling in de verste verte niet is uitgekomen, vallen we bij de huidige klimaat-, stikstof-, energie- en grondstoffencrisis (en ik vergeet er vast nog een paar) nog altijd terug op de destijds aangedragen ‘oplossing’: we moeten met z’n allen consuminderen. Dat klinkt logisch en romantisch, maar blijkt in de praktijk een utopie. Vrijwel niemand is namelijk bereid om vrijwillig afstand te doen van zijn welvaart (en vrijheid!). We kunnen onszelf daarnaast afvragen hoeveel impact consuminderen écht heeft. Zelfs tijdens de recente covid-pandemie, toen de wereld letterlijk bijna een jaar stilstond, daalde de wereldwijde CO2-uitstoot in 2020 met slechts 6 tot 7%.

In een interessant essay in De Volkskrant stelt filosoof Ralf Bodelier dat we economische groei bij het bestrijden van alle crises juist zouden moeten stimuleren, in plaats van afremmen. Dankzij economische groei is onze welvaart toegenomen, ontsnapte een miljard mensen in de afgelopen decennia aan extreme armoede, neemt de levensverwachting wereldwijd toe, is de kindersterfte drastisch gedaald en werden allerlei dodelijke ziekten stevig teruggedrongen. En het mooie is volgens Bodelier, dat die economische groei sinds de eeuwwisseling (in de welvarende landen) hand in hand gaat met meer natuur en een afnemende uitstoot van CO2. Als voorbeeld noemt hij de smartphone. Voor al die iPhones en Samsungs zijn energie slurpende servers en veel goud, kobalt en lithium nodig. Die hoeveelheden vallen echter in het niet bij het energiegebruik en de benodigde hoeveelheid grondstoffen voor de geluidsinstallatie, videocamera en alle andere apparatuur die we ooit nodig hadden voor de functies die nu in die ene smartphone van een paar honderd gram zitten. Ook in de voedselproductie ziet hij een soortgelijke ontwikkeling. Circa 40% van het aardoppervlak wordt momenteel gebruikt voor landbouw, en dat komt de biodiversiteit en CO2- uitstoot niet ten goede. Maar door betere meststoffen, gewasbeschermers en biotechnologie voeden we met diezelfde circa 40% landbouwoppervlak wel bijna vijf miljard mensen meer dan zestig jaar geleden.

“Het is onbegrijpelijk. En doodzonde.”

Bodelier noemt dat de ontkoppeling van natuur en economische groei. De grote motor daarachter is volgens hem innovatie. In tegenstelling tot consuminderen levert innovatie nauwelijks weerstand op. Sterker nog, wanneer innovatie tot een hogere welvaart, een beter klimaat én minder armoede leidt, hoeft er niemand te worden gestimuleerd om aan de slag te gaan. En het allermooiste is, dat innovatie voortkomt uit een grondstof waarvan de wereldwijde voorraad almaar toeneemt: kennis.

Kijken we door die bril naar de huidige stikstofaanpak en de impact daarvan op onze agrarische sector, dan is het onbegrijpelijk dat er geen ruimte is voor innovatieve oplossingen vanuit de sector zelf. En dat is doodzonde. Zo laten de D66-stikstofprofessoren Han Lindeboom en Johan Sanders in hun onlangs gepresenteerde alternatieve plan van aanpak zien dat de stikstofuitstoot drastisch kan worden teruggebracht, zonder de veestapel met één koe, varken of kip te verkleinen. Spar-ceo John van der Ent rekende voor dat het beschikbaar stellen van twee Lely Sphere-melkrobots aan alle tienduizend melkveehouders (de totale kosten daarvan bedragen €3 miljard) de ammoniakuitstoot met 70% kan reduceren. Ons kabinet toont zich echter (stik)stokdoof voor zulke initiatieven. Sterker nog, stikstofminister Christine van der Wal noemt innovatie zelfs een ‘no-go’ en zet met haar collega-bewindslieden liever in op een ondoordachte, rücksichtsloze ontmanteling van een kernsector waarmee Nederland vooroploopt in de wereld. Helaas blijkt kennis in kabinet-Rutte IV (en de krachten daarachter) wél een schaarse grondstof.

Meer EFMI Columns:

Op de hoogte blijven van de laatste insights?
Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter:

EFMI Business School is in 1997 opgericht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Geleidelijk is het EFMI uitgegroeid tot toonaangevend academisch kennisinstituut in de Nederlandse levensmiddelensector. Het EFMI biedt diverse opleidingen aan voor senior managers uit de food sector, waaronder de Executive MBA die in samenwerking met de Business School van de Rijksuniversiteit Groningen wordt aangeboden. EFMI Business School houdt kantoor in de Oranjerie van Kasteel Groeneveld te Baarn. Ook de EFMI-opleidingen vinden plaats op deze mooie, centraal gelegen locatie met een rijke historie.