De juiste prijs is niet duurder, maar wel hoger

Column Laurens Sloot (FoodPersonality - juli/augustus 2021)

Als u deze column leest, zit u wellicht in uw vakantiehuis in Frankrijk, op een terrasje in Italië of u bent voor alle zekerheid ‘gewoon’ in Nederland gebleven. Tenslotte valt er ook hier nog volop van de natuur te genieten. Waar u ook zit: de zomer is zeer geschikt om even wat afstand te nemen van alle perikelen op het werk. En dat laatste schept tijd voor andere zaken, zoals ‘tijd voor het gezin’ en hopelijk ook wat tijd voor zelfreflectie. Draag ik mijn steentje bij aan een betere toekomst voor ons allen?
Het zal u niet ontgaan zijn dat we in Nederland sinds de stikstofuitspraak van de Raad van State te kampen hebben met demonstrerende boeren en publieke discussies over de toekomst van onze landbouw. Aan de ene kant is dit een sector waar we trots op zijn en waar een groot deel van de wereld met bewondering naar kijkt. Niet alleen produceren we tegen een relatief lage footprint, ook is het agrofoodcluster goed voor een export van € 100 miljard, een toegevoegde waarde van € 50 miljard en een fors overschot op de handelsbalans. Kortom: wij worden ieder jaar met z’n allen een beetje welvarender.

Maar aan de andere kant ligt de sector ook enorm onder vuur. De sterke concentratie aan voedselproducerende bedrijven zorgt in absolute zin voor veel emissies van stofjes met impact op natuur en klimaat. En daarnaast maken veel mensen zich zorgen over geuroverlast, dierenwelzijn en de kans op zoönoses. Maar het meest nijpend is het stikstofoverschot. Ondanks onze relatief schone productie zorgt met name de veeteelt voor een dermate hoge uitstoot aan ammoniak dat dit de natuur in Nederland zichtbaar verandert ten gunste van plantensoorten die hier goed mee kunnen omgaan (zoals brandnetels, bramen en gras).

Hoe moeten we hier als foodsector mee omgaan? De veestapel halveren zoals sommige politici opperen is mij te kort door de
bocht. Voedselproductie is namelijk een kerntaak. En als wij het niet produceren, dan wordt het elders wel geproduceerd en vaak ook nog tegen een hogere milieudruk en slechter dierenwelzijn. Wat ik zelf graag zou zien, is dat we als sector een leidende positie pakken in Europa als het gaat om het doorrekenen van alle externaliteiten in de prijs van een product. Dus als er met een bepaalde productiemethode relatief veel methaan, CO2 of stikstof wordt uitgestoten, dan moet dat een onderdeel zijn van de prijs: schade aan natuur en klimaat moet gecompenseerd worden en bedrijven die dit reduceren of voorkomen moeten hier een impliciete bonus voor krijgen.

Levensmiddelen worden daarmee niet duurder, maar krijgen wel een hogere prijs. Een prijs waarin alle werkelijke kosten zitten, inclusief compensatie voor natuur- en klimaatherstel. De juiste prijs dus, en dat is een prijs waarmee boeren  gecompenseerd worden voor een schonere productie en een prijs waar u ook net even iets beter van slaapt. Zou dat niet een mooi voornemen zijn om komende jaren met z’n allen aan te werken?

Meer EFMI Columns:

Op de hoogte blijven van de laatste insights?

Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter:

EFMI Business School is in 1997 opgericht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Geleidelijk is het EFMI uitgegroeid tot toonaangevend academisch kennisinstituut in de Nederlandse levensmiddelensector. Het EFMI biedt diverse opleidingen aan voor senior managers uit de food sector, waaronder de Executive MBA die in samenwerking met de Business School van de Rijksuniversiteit Groningen wordt aangeboden. EFMI Business School houdt kantoor in de Oranjerie van Kasteel Groeneveld te Baarn. Ook de EFMI-opleidingen vinden plaats op deze mooie, centraal gelegen locatie met een rijke historie.