Kunnen supers de verkoop van vleesvervangers stimuleren?

Academic Food Update, Distrifood Magazine, juli 2022

Onderzoekers van EFMI Business School houden structureel de wetenschappelijke publicaties bij. Iedere maand bespreken zij een interessante studie in vakblad Distrifood Magazine. In deze editie van de EFMI Academic Food Update bespreekt Nikki Numan een studie naar de vraag of de super de verkoop van vleesvervangers kan stimuleren.

Wat is er onderzocht?

Plantaardige vleesvervangers zijn niet meer weg te denken en krijgen een steeds prominentere rol in onze dagelijkse voeding. Het stimuleren van de vraag voor vleesvervangers kan duurzaamheid in het agrarische ecosysteem bevorderen. Zo zorgen de plantaardige varianten voor minder CO2 uitstoot vergeleken met vleesproductie. Daarnaast behoeven ze ook minder land- en watergebruik.

Retailers kunnen een consumentenswitch naar plantaardige vleesvervangers stimuleren door “nudgingtechnieken” te gebruiken. Deze subtiele verkooptechnieken worden ingezet om gewenst consumentengedrag of -aankoop aan te moedigen, door het aanpassen van de keuzearchitectuur.

In deze studie wordt onderzocht of nudgingtechnieken een positief effect hebben op verkoop van plantaardige vleesvervangers. Hierbij worden twee technieken gecombineerd getest; (1) toevoegen van vleesvervangers in de slagerijafdeling, (2) toevoegen van vleesvervangers naast een voorverpakt vleesalternatief.

De verwachting is dat deze methoden de zichtbaarheid en verkrijgbaarheid van vleesvervangers bevorderen en daarbij zorgen voor een toename in verkopen, op korte en lange termijn.

Wie heeft het onderzocht?

PhD Nicky Coucke, prof. dr. Iris Vermeir, prof. Hendrik Slabbink, prof. dr. Maggie Geuens & PhD Ziad Choueiki (Ghent University).

Hoe zit het onderzoek in elkaar?

Het experiment vond plaats bij een grote supermarkt keten in een Europese stad. De twee nudgingtechnieken werden tegelijkertijd toegepast voor een periode van negen maanden (van 19 juni 2017 tot 19 maart 2018). Drie vleesvervangers werden geplaatst naast een vleesalternatief in het slagerijgedeelte. Daarnaast bleven de vleesvervangers ook aanwezig in de schappen met vegetarische producten.

De resultaten werden vergeleken met 14 controlelocaties die het experiment niet hebben toegepast. Deze locaties hadden de vegetarische alternatieven enkel tussen het vegetarisch assortiment staan. De controlesupermarkten vallen onder dezelfde keten als de experimentele supermarkt en zijn verspreid over verschillende regio’s. De verkoopgegevens tijdens het experiment zijn vergeleken met de verkoopgegevens voor en na het toevoegen van de nudgingtechnieken.

Wat zijn de resultaten van het onderzoek?

De twee nudgingtechnieken hebben gezamenlijk een significant effect op de totale verkoop van plantaardige vleesvervangers. Het experiment zorgde voor een 67% toename in vleesvervangers verkopen ten opzichte van de verkopen voor het experiment.

De verkoop liep significant terug nadat het experiment was gestopt, tot een totale daling van 40%. De verkooptechnieken zorgen voor een korte termijn verkooptoename, maar niet voor de lange termijn.

Geen significant effect kan worden gevonden dat de nudgingtechnieken bij vleesvervangers hebben gezorgd voor een af- of toename in verkopen van vleesalternatieven. De totale verkoop van de vleesalternatieven is vrijwel onveranderd gebleven tijdens het experiment.

Welke aanbevelingen voor directies van supermarkten en/of fabrikanten vloeien voort uit het onderzoek?

Plantaardige vleesvervangers worden veelal geplaatst in een vegetarisch schap. Desalniettemin kan dit schap worden overgeslagen door niet-vegetariërs. Hierdoor is de zichtbaarheid van de vleesvervangers beperkt en worden ze minder vaak overwogen in een keuzeproces. Het plaatsen van vleesvervangers in de slagerijafdeling, naast het vleesalternatief, kan zorgen voor een toename in vleesvervangers verkoop.

Een nieuwe consumenten doelgroep kan worden bereikt door deze nudgingtechnieken; de niet-vegetarische klant. Retailers kunnen op een gemakkelijke wijze de verkopen van vleesvervangers stimuleren door ze ook te plaatsen in de slagerijafdeling.

Waar is het onderzoek terug te lezen?

Coucke, N., Vermeir, I., Slabbinck, H., Geuens, M., & Choueiki, Z. (2022). How to reduce agri-environmental impacts on ecosystem services: the role of nudging techniques to increase purchase of plant-based meat substitutesEcosystem Services (56)

Foto: 123RF

Meer EFMI Academic Food Updates:

Op de hoogte blijven van de laatste insights?
Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter:

EFMI Business School is in 1997 opgericht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Geleidelijk is het EFMI uitgegroeid tot toonaangevend academisch kennisinstituut in de Nederlandse levensmiddelensector. Het EFMI biedt diverse opleidingen aan voor senior managers uit de food sector, waaronder de Executive MBA die in samenwerking met de Business School van de Rijksuniversiteit Groningen wordt aangeboden. EFMI Business School houdt kantoor in de Oranjerie van Kasteel Groeneveld te Baarn. Ook de EFMI-opleidingen vinden plaats op deze mooie, centraal gelegen locatie met een rijke historie.