Geef ons ook morgen ons dagelijks brood…
Column Laurens Sloot (FoodPersonality - maart 2021)
Supermarkten leveren letterlijk en figuurlijk een ‘wereld’ aan keuze. In onze sterk geglobaliseerde wereld komen producten werkelijk overal vandaan. Gember uit China, sinaasappels uit Brazilië en cacao uit Ghana. En veel van de melk, varkenslapjes, paprika’s en zaden die wij produceren, gaan weer naar het buitenland. En zo raar is dat allemaal niet, want hetzelfde zien we terug bij veel andere producten: uw auto komt waarschijnlijk uit Duitsland of Frankrijk, uw kleding uit Turkije of Vietnam en uw iPhone uit China. En dit alles is gestoeld op de ‘wet van Ricardo’, die laat zien dat specialisatie, gekoppeld aan handel met weinig toetredingsdrempels, de welvaart van allen vergroot, in economenjargon de zogeheten ‘comparatieve voordelen’.
Omdat Nederland in een zeer vruchtbare delta ligt, is de landbouwsector van oudsher een sterke sector. Dat heeft tevens geleid tot een hele stoet aan verwerkende bedrijven, zoals Vion, FrieslandCampina en Heineken, die ieder flink wat waarde toevoegen aan relatief eenvoudige landbouwproducten. En daaromheen zitten weer superinnovatieve kennisinstellingen, die met hun R&D zorgen dat er beter, schoner en efficiënter wordt geproduceerd. Netto levert het agrofood-cluster onze samenleving jaarlijks zo’n slordige € 50 miljard op aan toegevoegde waarde en een deel daarvan wordt via export door het buitenland betaald. Collectief worden we dus jaarlijks fors rijker.
So far, so good. Zou je denken dan. Maar niets is minder waar. Want een reeds overvol Nederland heeft grote behoefte aan extra ruimte voor industrieterreinen, windmolens, zonnepanelen en datacenters. Er wordt dan ook met grote jaloezie gekeken naar onze boeren, want die hebben a) veel grond en b) veel emissieruimte. En opeens zijn boeren, die de stikstofuitstoot in dertig jaar tijd al met 60% teruggebracht hebben, de kop van Jut. Om ruimte te maken voor andere economische activiteiten zouden zij verplicht allerlei extra kostprijsverhogende investeringen moeten doen om de stikstofemissie nog verder terug te dringen. Een aantal boeren vindt dat – als ‘de Nederlandse samenleving’ dit eist – de supers dan maar meer moeten gaan betalen voor hun etenswaren. Maar ja, het gros wordt geëxporteerd, dus hoe los je zoiets op?
Afbouwen van de landbouw is mijns inziens niet de juiste oplossing. Daarmee verlies je namelijk een deel van de toegevoegdewaardeketen, en daarnaast ligt er een grote uitdaging om wereldwijd de komende dertig jaar nog ongeveer 50% meer voedsel te produceren. We zullen juist alles op alles moeten zetten om onze productiemethodes nog efficiënter en nog schoner te maken. Dat kan economisch gezien het beste gerealiseerd worden via een Europees stikstofemissiesysteem, dat vergelijkbaar is met het CO2-beprijzingssysteem. Door stikstofemissie te beprijzen stimuleer je innovaties die dit kunnen verlagen en deze innovaties kunnen gefinancierd worden uit de inkomsten van zo’n systeem. Daarmee kunnen boeren dan investeringen doorvoeren, gericht op emissieverlaging. De terugbetaling hoeft dan niet in euro’s gedaan te worden, maar in bespaarde emissies.
Want we willen niet alleen heden ons brood, maar ook morgen ons brood geleverd krijgen van graan van boeren die ook zelf een goed belegde boterham verdienen.
Meer EFMI Columns:
Terug naar Jumbo zoals Jumbo bedoeld is
Wie is er nog fris?
Een gewaarschuwd merk telt voor twee
Internationaal inkopen heeft ook een keerzijde
Wat kunnen we van Schoof-I verwachten?
Wordt het niet tijd…
Aldi: too Lidl too late?
CSRD, wat moet je ermee?
Op de hoogte blijven van de laatste insights?
Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter: