Waar doen we het ook alweer voor?
Column Koen Hazewinkel (FoodPersonality - april 2021)
In een beroemd artikel in Time Magazine presenteerde Milton Friedman in 1970 wat nu bekend staat als de ‘Friedman-doctrine’, ook wel de aandeelhouderstheorie genoemd: ‘Het enige doel van een bedrijf is te zorgen voor maximale aandeelhouderswinst.’ Economische winst en niets anders dan economische winst. Hij legde daarmee bewust of onbewust de basis voor een perspectief op bedrijven en het bedrijfsleven dat van ongekende invloed zou blijken te zijn.
In 2016 noemde datzelfde Time Magazine de aandeelhouderstheorie ‘the biggest idea in
business’. Vandaag de dag, zo gaat het artikel uit 2016 verder, ‘regeert aandeelhouderswaarde het bedrijfsleven’. Nog geen jaar later werd dit punt bevestigd in een interview met de Harvard-hoogleraren Joseph Bower en Lynn Paine. Zij stelden: shareholder value “is alomtegenwoordig in de financiële gemeenschap en de zakenwereld. Het geeft richting aan onze gedragingen op een breed scala van onderwerpen, van prestatiemeting en beloning van bestuurders tot aandeelhoudersrechten en de rol van bestuurders”.
En zo is het. Aandeelhouderswaarde regeert tot in de haarvaten van onze samenleving. Met alle consequenties van dien. Consequenties waarvan we nu op grote schaal de effecten kunnen zien en waarnemen. Inmiddels is er rijkelijk kritiek op de zeer enge doeldefinitie die Friedman bedrijven meegaf. Een keur aan auteurs en denkers heeft het afgelopen decennium kritiek geuit. De Friedman-doctrine zou ‘burgers verarmen en de elite verrijken’, zou bedrijven afleiden van ‘innovatie, strategische vernieuwing en investeren in de toekomst’, zou ‘een vrijbrief voor onethisch gedrag zijn’.
We kennen allemaal de voorbeelden van het excessieve gedrag waartoe de Friedman-doctrine ook vandaag de dag nog leidt. Ik roep maar even de bonus van de topman van Air France KLM over 2020 van 2 miljoen euro in herinnering omdat ‘hij zoveel staatsteun heeft weten binnen te halen’. Afgelopen boekjaar maakt Air France KLM een verlies van 7 miljard. Maar ook het recente ontslag van Emmanuel Faber, ceo van Danone, en de strijd die Paul Polman als ceo van Unilever heeft moeten leveren, zijn typische voorbeelden van de excessieve dominantie van het eenzijdig aandeelhoudersperspectief.
Achteraf is het makkelijk oordelen, maar ik sluit mij aan bij de kritiek die de Friedmandoctrine in de afgelopen jaren heeft moeten verduren. Aandeelhouderswaarde kan niet het enige doel van een onderneming zijn. Een onderneming heeft inherent aan haar oprichting een veel bredere doelstelling en een veel bredere verantwoordelijkheid.
Ondernemers die een onderneming starten, doen dat overwegend omdat ze ‘iets toe willen voegen aan de samenleving’. Nu eens hoogdravend, dan weer heel praktisch. Het idee achter de onderneming, ‘the entrepreneurial reason for being’, is iets toevoegen dat van waarde is. Meer dan alleen aandeelhouderswaarde: maatschappelijk waarde. En als je dat goed doet, dan is winst de consequentie en vervolgens het hulpmiddel. Maar niet het doel op zich. In die zin is de Friedman-doctrine te eenzijdig. Het wordt tijd dat we ons weer wat beter realiseren waar we het allemaal ook weer voor doen.
Meer EFMI Columns:
Terug naar Jumbo zoals Jumbo bedoeld is
Wie is er nog fris?
Een gewaarschuwd merk telt voor twee
Internationaal inkopen heeft ook een keerzijde
Wat kunnen we van Schoof-I verwachten?
Wordt het niet tijd…
Aldi: too Lidl too late?
CSRD, wat moet je ermee?
Op de hoogte blijven van de laatste insights?
Wilt u periodiek geïnformeerd worden over nieuwe onderzoeksartikelen, columns, EFMI-studies en EFMI-kennisevents? Laat dan hier uw gegevens achter: